Je planner
Beschouw je planner als een belangrijke hulp bij het studeren! Als je aan het werk gaat, haal je hem als eerste uit je boekentas. Wanneer je planner volledig en juist ingevuld is, weet je precies:
Zorg ervoor dat je je planner steeds bij je hebt in je kleppenmap!
Zo vul je je planner alvast juist in
Voorbeeld 1: De leerkracht Frans legt op vrijdag 7 oktober een toets vast voor vrijdag 14 oktober.
Stap 1: Noteren van de toets in je planner.
Je neemt je planner en noteert bij taken/toetsen/materiaal meebrengen op vrijdag 14 oktober:
"FRA: Vocabulaire p. 16-27 en p.33-34" (rood voor een toets)
Stap 2: Je maakt je planning.
Je bepaalt zelf op welke dag(en) je deze toets zal voorbereiden.
Bij planning noteer je bv. op maandag 10 oktober bij "Wat doe ik vandaag?" "FRA: Vocabulaire p. 16-21", op dinsdag 11 oktober bij "Wat doe ik vandaag?" "FRA: vocabulaire p.22-27", op woensdag 12 oktober bij "Wat doe ik vandaag?" "FRA: vocabulaire alles herhalen" en dit doe je nogmaals op donderdag 13 oktober.
Voorbeeld 2: De leerkracht Nederlands geeft op maandag 10 oktober een taak die je digitaal moet indienen op donderdag 13 oktober.
Stap 1: Noteren van de taak in je planner.
Je noteer op donderdag 13 oktober bij taken/toetsen/materiaal meebrengen: "NED: Oef. 7-8-9 p. 45-46 digitaal ingeven"
Stap 2: Je maakt je planning.
Je bepaalt zelf op welke dag(en) je deze taak zal maken.
Bij planning noteer je bv. op dinsdag 11 oktober: "NED: taak maken" en op woensdag 12 oktober: "NED: taak nalezen en digitaal indienen"
Denk eraan om af te vinken wat reeds in orde is. Zo behoud je overzicht.
- welke taken (= groen) je tegen wanneer moet maken
- welke spullen je extra moet meebrengen (= blauw)
- en wanneer er toetsen (= rood) zijn.
Zorg ervoor dat je je planner steeds bij je hebt in je kleppenmap!
Zo vul je je planner alvast juist in
Voorbeeld 1: De leerkracht Frans legt op vrijdag 7 oktober een toets vast voor vrijdag 14 oktober.
Stap 1: Noteren van de toets in je planner.
Je neemt je planner en noteert bij taken/toetsen/materiaal meebrengen op vrijdag 14 oktober:
"FRA: Vocabulaire p. 16-27 en p.33-34" (rood voor een toets)
Stap 2: Je maakt je planning.
Je bepaalt zelf op welke dag(en) je deze toets zal voorbereiden.
Bij planning noteer je bv. op maandag 10 oktober bij "Wat doe ik vandaag?" "FRA: Vocabulaire p. 16-21", op dinsdag 11 oktober bij "Wat doe ik vandaag?" "FRA: vocabulaire p.22-27", op woensdag 12 oktober bij "Wat doe ik vandaag?" "FRA: vocabulaire alles herhalen" en dit doe je nogmaals op donderdag 13 oktober.
Voorbeeld 2: De leerkracht Nederlands geeft op maandag 10 oktober een taak die je digitaal moet indienen op donderdag 13 oktober.
Stap 1: Noteren van de taak in je planner.
Je noteer op donderdag 13 oktober bij taken/toetsen/materiaal meebrengen: "NED: Oef. 7-8-9 p. 45-46 digitaal ingeven"
Stap 2: Je maakt je planning.
Je bepaalt zelf op welke dag(en) je deze taak zal maken.
Bij planning noteer je bv. op dinsdag 11 oktober: "NED: taak maken" en op woensdag 12 oktober: "NED: taak nalezen en digitaal indienen"
Denk eraan om af te vinken wat reeds in orde is. Zo behoud je overzicht.
Click here to edit.